Thema 4: Geluid op de werkplek
> Arbocatalogus Geluid
Wet- en regelgeving
Werkgevers zijn volgens de Arbowet verplicht om gehoorschade bij hun personeel te voorkomen. Ook werknemers zelf hebben verplichtingen.
Hieronder wordt een samenvatting gegeven van de wettelijke regels over geluid op de werkplek en wordt weergegeven welke doelvoorschriften van toepassing zijn in de Arbocatalogus Geluid:
Arbobesluit artikel 6.6 – definities
Bij het onderwerp geluid gelden de volgende definities:
- piekgeluidsdruk (Ppiek): maximumwaarde van de «C»-frequentiegewogen momentane lawaaidruk;
- Dagelijkse blootstelling aan lawaai (LEX,8h) (dB(A) re. 20 μPa): tijdgewogen gemiddelde van de niveaus van blootstelling aan lawaai op een nominale werkdag van acht uur, zoals gedefinieerd in de internationale norm ISO 1999:2016, punt 3.1. Dit omvat alle op het werk aanwezige geluiden, met inbegrip van impulsgeluiden.
- Wekelijkse blootstelling aan lawaai (LEX,8h): tijdgewogen gemiddelde van de dagelijkse niveaus van blootstelling aan lawaai in een nominale week van vijf werkdagen van acht uur, zoals gedefinieerd in de internationale norm ISO 1999:2016, punt 3.1 (noot 2).
Arbobesluit artikel 6.8 – grenswaarden (Artikel 6.8 Arbeidsomstandighedenbesluit)
- Bij dagelijkse blootstelling aan lawaai boven 80 dB(A) of piekniveaus boven de 135 dB(C) moet de werkgever passende, naar behoren aangemeten, individuele gehoorbeschermers ter beschikking stellen.
- Bij dagelijkse blootstelling aan lawaai boven 85 dB(A) of piekniveaus hoger dan 137 dB(C) zijn werknemers verplicht om gehoorbeschermers te dragen.
- Bij blootstelling boven de 85 dB(A) of piekniveaus hoger dan 137 dB(C) wordt door de werkgever een plan van aanpak gemaakt en uitgevoerd met voorgenomen maatregelen om het geluid terug te dringen. De maatregelen worden opgesteld volgens de arbeidshygiënische strategie.
- Werkplekken waar de dagelijkse blootstelling aan lawaai hoger kan zijn dan 85 db(A) of piekgeluidniveaus hoger dan 137 dB(C) worden door middel van passende signaleringen en doelmatig afgebakend. Zo mogelijk wordt de toegang ertoe beperkt.
- Als de grenswaarde van 87 dB(A) of het piekniveau van 140 dB(C) wordt overschreden (gemeten in het oor, dus rekening houdend met de gehoorbeschermers), moet er onmiddellijk voor gezorgd worden dat het geluid onder deze grenswaarde wordt gebracht en moeten maatregelen genomen worden om herhaling te voorkomen.
Overige voor geluid relevante wettelijke bepalingen
- Blootstelling aan schadelijk geluid moet in het kader van de RI&E diepgaand onderzocht. Als in de eerste fase van de RI&E (zoals bedoeld in Arbowet, artikel 5 - Artikel 5 Arbeidsomstandighedenwet) blijkt dat lawaai in het bedrijf voorkomt, zal in een nadere inventarisatie de blootstelling aan geluid gemeten of beoordeeld dienen te worden. Deze beoordeling of meting dient te voldoen aan de uitgebreide regelgeving. Dit is verwoord in Arbobesluit artikel 6.7 (Artikel 6.7 Arbeidsomstandighedenbesluit). De meetmethode dient te voldoen aan NEN-EN-ISO 9612:2009.
- De werkgever past bij het opstellen van maatregelen om de risico’s van geluid te beheersen conform artikel 3 (Artikel 3 Arbeidsomstandighedenwet) van de Arbowet de arbeidshygiënische strategie toe. Dit betekent dat in eerste instantie maatregelen genomen worden om de bron van het geluid weg te nemen. Als de risico's niet bij de bron voorkomen of beperkt kunnen worden, worden andere doeltreffende maatregelen getroffen waarbij maatregelen gericht op collectieve bescherming (technische en organisatorische maatregelen) voorrang hebben boven maatregelen gericht op individuele bescherming. Slechts indien redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat maatregelen worden getroffen die zijn gericht op individuele bescherming, worden doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen aan de werknemer ter beschikking gesteld.
- Werknemers die worden blootgesteld aan een dagelijkse blootstelling aan lawaai boven de 80 db(A) of aan piekniveaus hoger dan 135 dB(C) hebben recht op een audiometrisch onderzoek - een periodieke gehoortest (Arbobesluit, artikel 6.10 - Artikel 6.10 Arbeidsomstandighedenbesluit), indien uit de nadere inventarisatie de blootstelling aan geluid blijkt dat er een gezondheidsrisico is.
- Werknemers die worden blootgesteld aan een dagelijkse blootstelling aan lawaai boven de 85 db(A) of aan piekniveaus hoger dan 137 dB(C) hebben recht op een audiometrisch onderzoek - een periodieke gehoortest (Arbobesluit, artikel 6.10 - Artikel 6.10 Arbeidsomstandighedenbesluit).
- Een samenvatting van de resultaten van het audiometrisch onderzoek moeten worden bewaard in een persoonlijk medisch dossier door een deskundige persoon (Arbobesluit, artikel 2.14a. - Artikel 2.14a Arbeidsomstandighedenbesluit). Hiermee wordt in de wetgeving een gecertificeerde arbodienst of Bedrijfsarts bedoeld. De persoonlijke medische dossiers worden in een zodanige vorm bewaard dat zij later, met inachtneming van het medisch beroepsgeheim, kunnen worden geraadpleegd. Iedere werknemer heeft hierbij recht op inzage in en afschrift van het hem betreffende medisch dossier.
- Werkgevers dienen hun medewerkers die blootstaan aan een dagdosis boven de 80 dB(A) of piekniveaus boven de 135 dB(C) doeltreffend voor te lichten en te instrueren over de gevaren van geluid en over hoe om te gaan met de geluidswerende voorzieningen. (Arbobesluit, artikel 6.11 - Artikel 6.11 Arbeidsomstandighedenbesluit)
- De werkgever moet toezien op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van de risico's alsmede op het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (Artikel 8 Arbowet - Artikel 8 Arbeidsomstandighedenwet).
- De ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging wordt in de gelegenheid gesteld om een oordeel te geven over de wijze van geluidsbeoordeling en –meting, de maatregelen om de geluidblootstelling te verminderen en over de eventuele keuze van de gehoorbeschermingsmiddelen (Arbobesluit, artikel 6.7.5 en 6.8.8. - (Artikel 6.7 Arbeidsomstandighedenbesluit & Artikel 6.8 Arbeidsomstandighedenbesluit)
- De ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging heeft instemmingsrecht bij invoering of aanpassing van een regeling op het gebied van geluidbeheersing of persoonlijke beschermingsmiddelen (Wet op de ondernemingsraden, artikel 27.1.d - Artikel 27 Wet op de ondernemingsraden)
- Jeugdige werknemers mogen geen arbeid verrichten op een arbeidsplaats met geluid waar de dagdosis 85 dB(A) of hoger is of de piekgeluidsdruk 137 dB(C) of hoger is, ook niet als zij gehoorbescherming dragen (Arbobesluit, artikel 6.27 - Artikel 6.27 Arbeidsomstandighedenbesluit) .
- Een zwangere werkneemster mag op de arbeidsplaats niet blootgesteld worden aan geluidsniveaus boven de 80 dB(A) en piekgeluiden boven de 135 dB(C) (Arbobesluit, artikel 6.29c - Artikel 6.29c Arbeidsomstandighedenbesluit).