Wat is een ‘Goede Praktijk’?
Een Goede Praktijk (vaak ook wel Best Practice genoemd) is een techniek, werkmethode of activiteit, die zich in de praktijk als effectiever heeft bewezen dan enige andere werkmethode. De gedachte is dat met de juiste handelingswijze en technieken een project uitgevoerd kan worden met minder problemen, minder onvoorziene complicaties en betere eindresultaten. Het is dus voor bedrijven belangrijk hiervan op de hoogte te zijn. Dan hoeven ze niet opnieuw “het wiel opnieuw uit te vinden”.
Goede Praktijken kunnen gebruikt worden als uitgangspunt bij het uitbannen van gevaarlijke werksituaties. Bij de uitvoering van hetzelfde proces en/of activiteit kan de Goede Praktijk gebruikt worden, waardoor niet dezelfde fouten worden gemaakt. Aan de andere kant is een Goede Praktijk niet altijd toepasbaar. Elke bedrijfsvoering ken zijn eigen productiekenmerken. Daarom is het van belang om vooraf een goede analyse te maken van de haalbaarheid van de implementatie van een Goede Praktijk. Dat voorkomt teleurstelling en frustratie.
Onze sector heeft de onderstaande Goede Praktijken ontwikkeld ten aanzien van arbeidsomstandigheden. We adviseren jullie hiervan gebruik te maken. Heb je naar aanleiding van de Beste Praktijken nog vragen of opmerkingen, dan adviseren we je contact op te nemen met de Helpdesk Arbografimedia: 020 – 543 56 65 of info@arbografimedia.nl
DOWNLOAD HIER DE GOEDE PRAKTIJKEN (BEST PRACTICES) DIE ONTWIKKELD ZIJN:
Goede Praktijk 1: 'IPA-vrij drukwerk'
In deze goede praktijk gaan we dieper in op het thema IPA-vrij drukken in de Offset. Hierbij wordt de informatie over de opgedane kennis en ervaringen van bedrijven met IPA-vrij drukken - de voorlopers in de branche, die een dergelijk proces al hebben doorlopen - toegelicht. Op basis van de uitleg over deze goede praktijken kan het bedrijf zelf aan de slag gaan. We snappen dat dat niet vanzelf gaat, omdat je door de vele drukvariabelen snel met drukproblemen zit. Vandaar dat je IPA-reductie altijd stapsgewijs moet aanpakken.
Goede Praktijk 2: 'Alternatieve wasmiddelen'
Uit ervaring blijkt dat het reinigingsproces bij de overstap naar 100% inzet van K3-wasmiddelen of hoger soms best lastig kan zijn. Het reinigingsproces is tijdrovender en lastiger. Dit komt omdat de alternatieve reinigingsmiddelen vettiger zijn en er daardoor vaak nagewassen moet worden. Bij gebruik van de agressievere K0-, K1- of K2-wasmiddel gaat hardnekkig vuil er veel sneller af en is nawassen vaak niet nodig. De drukker is dan geneigd om het wasmiddel te pakken dat het snelst schoonmaakt, ondanks dat het meer gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.
Om dat te voorkomen is het belangrijk dat je zo veel mogelijk overschakelt op alternatieve wasmiddelen.
Dit informatieboekje kan jullie helpen bij een succesvolle overgang.
Goede Praktijk 3: Oplosmiddelenreductie in de sign en zeefdruk'
Binnen de Grafimedia kennen we nog steeds een aantal drukprocessen, waaronder sign en zeefdruk, waar nog met oplosmiddelhoudende inkten wordt gewerkt. Het VOS-gehalte (Vluchtige Organische Stoffen) kan wel oplopen tot wel 40%, of zelfs 70%, van het totale volume. Vanwege de toepassingseisen van het drukwerk, blijkt vervanging van deze ontvlambare inkten niet altijd even makkelijk te zijn. De ontwikkelingen binnen de sign-branche hebben al grote stappen gemaakt in de ontwikkeling in de verschillende oplosmiddelvrije printtechnologieën. Maar ook de zeefdruk blijft niet achter. Zolang de houdbaarheidsperiode van het drukwerk niet te lang is, is de inzet van alternatieve zeefdrukinkten een prima alternatief.
Deze Goede Praktijk gaat dier in op de huidige stand van zaken ten aanzien van oplosmiddelenreductie in de zeefdruk- en sign-branche.
Goede Praktijk 4: 'Gevaarlijke stoffen'
Gevaarlijke grond- en hulpstoffen zijn te herkennen aan het gevarenetiket dat door de fabrikant of leverancier op de verpakking is geplaatst. Het gaat om de bekende ruitvormige etiketten. Om te weten welke gevaren aan de stof kleven en welke veiligheidsrichtlijnen je moet volgen, is per grond- of hulpstof een zogenaamd veiligheidsinformatieblad (kortweg: VIB) door de producent of leverancier opgesteld. Lees de informatie goed om te kunnen bepalen om welke gevaren het voor de gezondheid gaat.
Dit informatieboekje kan je helpen om in korte tijd meer inzicht te krijgen is de aspecten rond de inzet van gevaarlijke stoffen, tijdens de: inkoop, opslag, gebruik en afvoer.
Goede Praktijk 5: 'Gezond en veilig werken via gedragsverandering'
Het overstappen van gevaarlijke stoffen naar minder gezondheidsschadelijke alternatieven gaat gepaard met veranderingen. En veel mensen hebben moeite om te veranderen, omdat ze vasthouden aan oude werkmethoden.Via deze informatiebrochure krijg je beter inzicht in het effect van weerstand tijdens een veranderproces. Dit zal met name de leidinggevenden binnen de sector helpen na te denken hoe ze dit proces het beste kunnen aanpakken.
Goede Praktijk 6: 'Verandermanagement voor managers'
Deze informatiebrochure geeft managers in de branche beter inzicht in het mechanisme van verandering binnen het bedrijf. Verandering is goed, anders kan je je niet aanpassen aan de al maar veranderende omgeving. Maar verandering zorgt wellicht bij een aantal werknemers ook voor weerstand en angst. Via het toepassen van de kennis uit deze informatiebrochure krijg je als manager extra ondersteuning bij het begrijpen van het veranderproces. Hierdoor wordt de kans van slagen om daadwerkelijk een verandering tot stand te brengen succesvoller.
Goede Praktijk 7: 'Risicomanagement voor werkgevers'
Grafimedia-bedrijven hebben doorlopend te maken met potentiële bedrijfserisico's. Dat is inherent aan ondernemen. Risico's rond Gezond & Veilig Werken horen daar ook bij. Deze informatiebrochure ondersteunt werkgevers om effectiever met bedrijfsrisico's om te gaan, door deze systematisch vast te stellen (wo.Arbeidsrisico's), te wegen en te prioriteren in uitvoering. Op die manier houd je overzicht in de uit te voeren verbeteracties en kan je als werkgever werken aan continue verbetering van je bedrijf.